1. Zing een nieuw lied als nooit tevoren
met woorden uit het hart geboren.
Hef voor de Heer een loflied aan,
die eeuwig is in zijn bestaan.
Laat heel de aarde het maar horen.
2. Zing voor de redder van uw leven,
Hij heeft u zoveel meer te geven
dan goden met hun schone schijn
die niet als God almachtig zijn.
Met deze God zijn wij verweven.
3. Waar glans en glorie Hem omringen,
zingen wij met de hemelingen
een machtig lied voor God, de Heer.
Wij buigen ons eerbiedig neer
voor God, schepper van alle dingen.
4. U, volken, blijf God niet negeren,
erken de macht van God, de Here.
Groot is Hij in zijn majesteit,
aanbid hem in zijn heiligheid
en wil Hem met uw gaven eren.
5. Buig volken, kniel met vrees en beven
voor God, de Koning van het leven.
Zeg tegen ieder: “Door zijn hand
houdt Hij de wereld vast in stand.
Zijn wet en recht zal Hij haar geven”.
6. Voor Hem zal heel de wereld juichen,
de zee Hem bruisend eer betuigen.
De bomen en al wat er groeit,
al wat er op de velden bloeit
zal jubelen en voor Hem buigen.
7. Al wat er leeft juicht voor de Here
die heel de wereld zal regeren.
Rechtvaardig is in woord en daad
het oordeel dat Hij vellen gaat.
Daarom zal elk zijn grootheid eren.