1. Luister, mijn volk, Ik zal je wat vertellen,
je moet er wel je hart voor open stellen.
Ik spreek de woorden uit een lang verleden,
die woord voor woord een les zijn voor het heden.
Geleerd van onze ouders door de tijd,
die willen wij ook graag aan jullie kwijt.

2. Wij willen jullie heel graag laten horen
wat God in vroeger tijden, lang tevoren
gedaan heeft voor zijn volk, zijn wonderdaden.
Geen volk is zo met zegen overladen.
En dat vertellen wij nu keer op keer
als eerbetoon aan onze God en Heer.

3. Hij heeft Jakob zijn richtlijnen gegeven,
aan Israël zijn wet om naar te leven.
Elk moest die in zijn eigen hart bewaren
en duidelijk zijn kinderen verklaren.
Zo bleef tot in het verre nageslacht
wat God geboden had voorgoed van kracht.

4. Want daardoor zouden zij op God vertrouwen
en levenslang op zijn beloften bouwen.
Niet als hun ouders God de rug toe keren
en niet naar eigen inzicht opereren.
Niet tegendraads hun eigen wegen gaan,
ver van hun liefdevolle God vandaan.

5. Het volk van Efraïm in vroeger tijden
was niet in staat meer om hun strijd te strijden.
Want toen zij God waanwijs de rug toe keerden,
verloren zij, hoe zij zich ook verweerden.
Wie God verlaat, zijn wonderen veracht,
verliest het leven, want dan wordt het nacht.

6. Eens heeft God, door zijn volk te hulp te komen,
in Soans vlakte actie ondernomen.
Hij spleet de zee en hield het water tegen
waardoor zij zo een vrije doortocht kregen.
Een wolk ging voor hen uit had God bedacht,
een vuurkolom verlichtte elke nacht.

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie