1. Wees ons genadig, Heer, en zegen
ons leven met uw stralend licht.
Dat is een gids op onze wegen,
de lichtglans van uw aangezicht.
Wie op aarde leven,
zult U inzicht geven,
zodat zij verstaan
dat wie op U hopen,
veilig mogen lopen
dicht achter U aan.
2. Laat, Heer, het volk zich niet bedwingen,
maar luidkeels juichen tot uw eer.
Van vreugde vrolijk voor U zingen,
een loflied voor uw naam, o Heer.
Alle wereldlanden
houdt u in uw handen,
U regeert met macht.
Heer, met blijde klanken
willen wij U danken,
wordt U lof gebracht.
3. God zegent ons in heel ons leven,
Hij komt ons heerlijk tegemoet.
Een rijke oogst heeft Hij gegeven,
wij leven van zijn overvloed.
Blijf uw zegen geven,
dan zal heel ons leven
U zijn toegewijd.
Volken zullen juichen,
in ontzag zich buigen
voor uw majesteit.