1. Hoor, God gaat spreken in het openbaar
en alle mensen worden luisteraar.
Van heel de aarde roept God hen bijeen,
geen mens kan nu nog om zijn woorden heen.
Uit Sion heeft Hij zich met macht verheven
met helder stralend licht is Hij omgeven.
2. Rondom Hem raast met bulderend geluid
een storm en laaiend vuur gaat voor Hem uit.
God roept hemel en aarde, zijn domein,
getuige van zijn oordelen te zijn,
over wie met hun offers zich verbinden
aan God en in zijn dienst zich welbevinden.
3. De hemel spreekt van Gods gerechtigheid
die bij Hem tot een eerlijk oordeel leidt.
Als God zijn eigen volk voor zich ziet staan,
klinkt uit zijn mond zijn goddelijk vermaan.
Breng toch eens offers die mijn hart verheugen,
maar niet de offers die totaal niet deugen.
4. Luister, mijn volk, naar wat Ik zeggen zal,
Ik stel geen prijs op dieren uit uw stal.
Die offers heb Ik nooit van u gewild,
alsof daarmee mijn honger wordt gestild.
Hoe goed bedoeld, Ik zal er niet om vragen,
omdat zij ’t stempel van gewoonte dragen.
5. De vogels en de dieren in het land
zij zijn van Mij, Ik houd hen in mijn hand.
Dit is wat Ik je even zeggen wou,
denk je dat Ik hier blij om worden zou?
Dat vlees en bloed, Ik heb het echt niet nodig,
dat alles is voor Mij slechts overbodig.
6. Breng God de dank, doe wat je Hem belooft,
zodat de liefde voor zijn naam niet dooft.
Roep Mij te hulp, Ik help je in je nood,
vereer mijn naam want die is levensgroot.
Wie is als Ik, Ik red je uit gevaren,
Ik heb je lief, mijn hand zal je bewaren.
7. Hoor wat God tegen hem die kwaad doet zegt:
“Mijn woorden heb je naast je neergelegd.
Je vrome praat heb je voor in de mond,
maar mist het juiste zicht op mijn verbond.
Nooit of te nimmer wil je van Mij leren,
je laat je echt door Mij niet corrigeren.
8. Zie je een dief, je gaat met hem op pad,
bedrog en lastertaal word je nooit zat.
Bij overspeligen voel jij je thuis,
je rebelleert zelfs in je eigen huis.
Je eigen broer heeft kwaad van je te vrezen,
als je hem meent de les te moeten lezen.
9. Denk je dat jij je met Mij meten mag?
Wie ben je wel met al je boos gedrag?
Ik klaag je aan; het is maar dat je ’t weet.
Besef dat als je Mij voorgoed vergeet,
het allerergste met je zal gebeuren,
geen mens redt jou, want Ik zal jou verscheuren”.
10. Wie God het offer van zijn leven brengt,
Hem heel zijn hart en al zijn liefde schenkt,
Hem eert en als zijn kind zijn wegen gaat,
weet dat zijn zegen hem te wachten staat.
Het mooiste dat Hij ooit jou kan vertellen,
is dat zijn vrede jou zal vergezellen.