1. Ik wil mijn hart in al mijn woorden leggen,
al wat ik voel zal ik de koning zeggen,
in een gedicht dat als een loflied klinkt,
zijn grote macht en majesteit bezingt.
U bent zo mooi, mooier dan alle mensen,
God zegent u, wat heeft u meer te wensen.
Uw goede woord gesproken op z’n tijd,
is vol van liefde en betrouwbaarheid.
2. Treed op in glorie, ga de strijd beginnen,
uw zwaard, o held, zal u doen overwinnen.
Hanteer dat zwaard voor waarheid en voor recht,
de waarden waar u met Gods hulp voor vecht.
Meedogenloos zullen uw pijlen treffen,
wie roekeloos zich tegen u verheffen.
Zij vallen, in het hart getroffen, neer
en zijn voor u nooit een bedreiging meer.
3. Uw troon staat vast tot aan het eind der tijden,
uw koningsscepter zal uw volk bevrijden.
U heeft het recht lief, maar u haat het kwaad,
door God gezalfd die altijd met u gaat.
U bent de hoogste onder uw gelijken,
God zal voor eeuwig niet meer van u wijken.
Uw God heeft u gezegend door zijn hand,
tot sieraad voor uw huis en vaderland.
4. Uw kleding in de allermooiste kleuren
verspreidt rondom u liefelijke geuren.
In het paleis klinkt de muziek rondom
ter ere van de bruid en bruidegom.
Prinsessen die de feestzaal binnentreden,
sieren hun kleding met hun kostbaarheden.
De bruid staat stralend aan uw rechterkant,
versierd met kostbaar goud uit Ofirs land.
5. U, bruid, mag voortaan met de koning leven,
meer dan uw huis of land wordt u gegeven.
Ga straks uw heer, uw koning tegemoet,
buig u eerbiedig neer, val hem te voet.
Wat zal de bruidegom er naar verlangen
zijn mooie bruid in liefde te ontvangen.
De rijken bieden u geschenken aan
om daardoor bij u in de gunst te staan.
6. Zie hoe de bruid al wachtend staat te stralen
tot het moment waarop men haar komt halen.
In mooie kleren, met gejuich begroet
gaat zij haar heer, de koning, tegemoet.
Zie, de vriendinnen die haar begeleiden
gaan enthousiast en zingend aan haar zijde.
In volle glorie breekt de feestdag aan
als zij met haar de feestzaal binnengaan.
7. Uw zonen zullen eens de troon bestijgen,
de macht over het land in handen krijgen.
Zo werkt God zelf door de geslachten heen,
Hij is de grote Koning, Hij alleen.
Ik zal uw naam voor ieders oren noemen,
door de geslachten heen zal men U roemen.
Ja, heel de wereld die uw daden ziet
zal voor U zingen met het hoogste lied.