1. O, Heer, wat is de koning blij,
nog nauwelijks begonnen,
heeft hij de strijd gewonnen.
Geen wonder want U was er bij,
U heeft, op zijn gebed,
zich voor hem ingezet.

2. Uw zegen heeft U hem beloofd,
hij vroeg een duurzaam leven,
U heeft het hem gegeven.
Een kroon van goud rust op zijn hoofd
als koning van het land,
gedragen door Gods hand.

3. Uw zorg is altijd om hem heen,
uw lichtglans en uw glorie
voeren hem tot victorie.
Wie met U gaat is nooit alleen,
uw vriendelijk gezicht
is hem een helder licht.

4. De koning die op U vertrouwt
wilt u vertrouwen geven,
U steunt hem heel zijn leven.
U die het roer in handen houdt,
U laat niet vrijuit gaan
volken die U weerstaan.

5. Op het door U bepaalde uur
zullen zij door uw handen
als in een oven branden.
Vergaan met vrouw en kind in vuur
treft hen de zwarte nacht
met heel hun nageslacht.

6. U breekt met kracht het groot verzet
van wie uw macht betwisten
maar zich daarin vergisten.
U vaagt hen weg en treft hen met
uw allerzwaarste straf
en rekent met hen af.


7. Zij gaan van kwaad tot kwaad steeds voort
maar zullen niets bereiken,
zij moeten voor U wijken.
Maar, Heer, ons loflied wordt gehoord,
in dank brengen wij, Heer,
U alle lof en eer.


Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie