1. Laat toch de Heer u antwoord geven
als u verkeert in nood.
Laat Hij beschermend om uw leven
u redden van de dood.
Laat Jakobs God uw bede horen,
u hulp en uitkomst geven.
Dan zal er hoop uit Sion gloren,
genoeg voor heel uw leven.
2. Laat God welwillend aan u denken,
wanneer uw offer brandt.
Laat Hij, al wat u vraagt u schenken
als gaven uit zijn hand.
Laat Hij u steeds op handen dragen,
u leiden op uw wegen.
Zodat uw plannen mogen slagen
onder zijn rijke zegen.
3. De naam van God zullen wij loven
voor de te voeren strijd.
Het vaandel heffen wij naar boven
in onze dankbaarheid.
Wij wensen u dat God zal geven
al wat u Hem zult vragen.
Hij is het anker van uw leven,
Hij zal uw leven dragen.
4. Vanuit zijn hemelhoge woning,
daar is geen twijfel aan,
geeft God zijn antwoord aan de koning;
wij zullen samen gaan.
Ik zal de overwinning geven,
die macht ligt in mijn handen.
Zij die mij zullen tegenstreven
leg ik voorgoed aan banden.
5. Wie hier hun oorlogstuig beschouwen
als teken van hun macht,
zijn niet als wij die in vertrouwen
slechts steunen op Gods kracht.
Wij zullen uit zijn hand niet vallen,
ons voor geen vijand buigen.
Al dreigen ons de duizendtallen
wij houden stand en juichen.
6. Heer, als de strijd dan gaat beginnen
hoor dan naar ons gebed,
laat naar uw woord de koning winnen
dan is uw eer gered.