1. Loof, halleluja, God, de Heer,
u, engelen, breng Hem uw eer,
Die in de hoge hemel troont,
het heerlijk hemels licht bewoont.
Herauten, engelen, ga juichen
en zingend God uw lof betuigen.
Laat horen zon en maan uw stem,
zing een nieuw lied tot eer van Hem.

2. U, sterren aan de hemelboog
zing voor God in de hemel hoog.
Zo groot is God, dat het heelal
Hem opgetogen prijzen zal.
Het firmament bracht Hij tot leven,
heeft alles daar zijn plaats gegeven.
Een plek in de oneindigheid
vast tot in alle eeuwigheid.

3. Loof al wat adem heeft de Heer,
wat leeft in oceaan en meer.
In vuur en hagel, sneeuw en rook
en wind klinkt zelfs Gods loflied ook.
U, bergen, heuvels, groene bomen,
laat een lied van uw lippen komen.
En jullie, dieren groot en klein
zullen Gods blijde zangers zijn.

4. U, koningen en leiders, kom,
breng God eer in zijn heiligdom.
U, mannen, vrouwen, jubel luid,
Gods glorie en victorie uit.
En kinderen laat maar in koren,
een mooi lied voor de Here horen.
Zing maar met heel je hart voor Hem,
voor onze God telt elke stem.

5. Geef allen God de lof en eer,
zing voor de hoogverheven Heer.
Zijn heerlijkheid is wijd verspreid,
zijn grote naam klinkt wereldwijd.
Zijn volk zal zeer in aanzien stijgen,
respect van alle volken krijgen.
Het leeft voortdurend met de Heer,
halleluja, Hem zij de eer.

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie