1. Zing voor de Heer met blijde klanken
om in uw loflied Hem te danken.
Jeruzalem laat Hij herleven,
zijn volk zal Hij weer toekomst geven.
God zal aan elk zijn almacht tonen,
zij zullen in hun land weer wonen.
Wie machteloos geen hulp meer vonden
verzorgt Hij liefdevol hun wonden.

2. De sterren boven wolk en winden;
Hij roept hun naam, weet hen te vinden.
God, machtig, op zijn troon gezeten;
geen mens kan ooit zich met Hem meten.
Wie het alleen van Hem verwachten
geeft Hij weer moed en nieuwe krachten.
Maar goddelozen moeten weten
dat God hun kwaad niet zal vergeten.

3. Zing een nieuw lied om God te danken,
loof Hem bij harp- en citerklanken.
Hij dekt de hemel af met wolken,
zegent met regen alle volken.
Het gras brengt bergen fris tot leven,
God zal de dieren voedsel geven.
Hij hoort de roep van jonge raven
en stilt hun honger door zijn gaven.

4. Soldaten met hun sterke paarden
hebben voor onze God geen waarde.
Maar hij is blij met wie hun leven
in liefde aan Hem overgeven.
Jeruzalem prijs God, de Here,
loof Sion, loof uw God ter ere.
Je hebt geen angst meer te verduren,
Gods vrede woont binnen uw muren.

5. Hij zal je voor het kwaad behoeden
en elke dag met brood je voeden.
Zijn hoog bevel, ja, al zijn woorden
snellen als licht naar alle oorden.
Hij siert met sneeuw, als wol, de landen,
strooit rijp als stof uit volle handen.
De hagel geselt land en dreven.
Wie zou Gods kou ooit overleven?

6. Maar als God één woord maar laat horen
wordt alles weer zoals tevoren.
Hij geeft aan Israël zijn wetten,
zijn woord waarop zij moeten letten.
Aan Jakob wil Hij richting geven
door voorschriften voor heel het leven.
God laat de hele wereld weten
dat Israël zijn volk mag heten.


Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie