1. Heer, hoor mijn bidden en mijn smeken,
antwoord mij, geef een levensteken.
U die voor recht en waarheid staat
zal nooit uw woord van trouw verbreken
voor wie op U zijn ogen slaat.
2. Heer, straf mij niet om al mijn zonden
die ook in mij worden gevonden.
Als elk mens zal ik schuldig staan.
Ik weet mij vast met U verbonden.
Zie mij, Heer, in genade aan.
3. De vijand heeft het op mijn leven
gemunt, door blinde haat gedreven.
Als lag ik bij de doden neer;
geen glimp van licht is mij gebleven,
geschokt zie ik geen uitkomst meer.
4. Ik denk terug aan vroeger dagen
hoe U mijn leven heeft gedragen,
uw grote daden van weleer.
Als weiden die om water vragen
verlangt mijn ziel naar U, o Heer.
5. Heer, wil mij spoedig antwoord geven,
alleen dan zal ik overleven.
Blijf toch niet ver bij mij vandaan,
geen kracht is meer in mij gebleven,
het is bijna met mij gedaan.
6. Laat mij uw woord van liefde horen
dan wordt mijn hoop opnieuw geboren.
Ik zal met lege handen staan,
beschouw mijn leven als verloren
als ik mijn weg alleen moet gaan.
7. Verlos mij van wie mij benauwen,
op uw beloften mag ik bouwen.
Bij U zoek ik bescherming, Heer,
mijn sterke rots, mijn vast vertrouwen.
Naast U rest mij geen ander meer.
8. Heer, leid mij veilig door de tijden,
laat steeds uw goede geest mij leiden.
Ik roep U vol verwachting aan.
Wil uit verdrukking mij bevrijden,
laat mij op effen paden gaan.
9. Mijn vijand, Heer, bedreigt mijn leven,
hij heeft mij in het nauw gedreven.
Doe naar uw recht en maak mij vrij,
maak groot uw naam, wil uitkomst geven.
Ik ben uw knecht, Heer, sta mij bij.