1. U allen, voor Gods aangezicht
die in zijn huis uw dienst verricht,
zegen zijn naam zelfs in de nacht
tot waar de nieuwe morgen wacht.
2. Zegen de Heer, hef voor zijn oog
uw beide handen naar omhoog
en zing een loflied Hem gewijd
die troont in macht en majesteit.
3. God zegene u in zijn naam,
make u tot uw dienst bekwaam.
Die al wat is heeft voortgebracht
rust toe wie het van Hem verwacht.