1. Met hart en ziel heb ik U lief o Heer,
U wilt mij elke dag op handen dragen.
U kent mijn zorgen, angsten en mijn vragen,
ik mag ze bij U brengen elke keer.
2. De banden van de dood omknelden mij,
ik voelde angst en pijn in al mijn leden.
Toen heb ik in mijn nood tot God gebeden:
Heer red mijn leven, help mij, maak mij vrij.
3. Genadig en rechtvaardig bent U Heer,
wij leven veilig onder uw bescherming.
Eenvoudigen delen in uw ontferming,
wie zwak is geeft U nieuwe krachten weer.
4. Vind rust mijn ziel in Gods barmhartigheid,
Hij heeft je aan de dood niet prijsgegeven.
Ik mag getroost door zijn genade leven,
verwonderd en in diepe dankbaarheid.
5. Nu wandel ik met nieuwe levensmoed,
ik leef, Gods ogen zijn op mij geslagen.
Ik wist, dat, ook al had ik zo mijn vragen,
ik altijd op mijn God vertrouwen moet.
6. Hij blijft steeds trouw, op Hem kan ik steeds aan,
wie van de mensen kun je nog vertrouwen.
Maar op mijn God kan ik voor eeuwig bouwen,
hoe dank ik Hem voor wat Hij heeft gedaan.
7. Ik hef de beker van bevrijding hoog,
al mijn geloften zal ik Hem betalen.
Van al zijn goedheid zal ik blij verhalen
en dank Hem offeren voor ieders oog.
8. Hoe kostbaar is ons leven Hem gewijd.
Uw dienstmaagd leerde mij met U te leven.
Als dienstknecht mag ik mij U overgeven,
van al mijn boeien heeft U mij bevrijd.
9. Nu loof ik U in tegenwoordigheid
van heel uw volk, ik zal U dank bewijzen.
Vanuit de tempel zal het loflied rijzen,
stem met mij in al wie zijn naam belijdt.