1. Halleluja, mijn God, mijn Heer,
ik breng met heel mijn hart U eer,
samen met wie uw naam belijden.
Uw machtig werk voor al wat leeft;
gelukkig wie er weet van heeft,
het onderzoekt te allen tijde.
2. Uw recht houdt stand in eeuwigheid
in onvolprezen heerlijkheid.
U zegt tegen wie U belijden:
“Laat vast in uw geheugen staan,
de wond’ren die Ik heb gedaan
en denk er aan op vaste tijden”.
3. Hoe liefdevol bent U, o Heer,
aan uw verbond denkt U steeds weer.
U heeft met voedsel overladen
uw volk dat U de vrede geeft
waar eens de vijand heeft geleefd.
U toont uw volk uw grote daden.
4. U, God, van waarheid en van recht,
U bent zo trouw in wat U zegt.
Uw woord dat U ons heeft gegeven
is ons een rotsvast fundament.
Wij prijzen U om wie U bent,
oorsprong en doel van heel ons leven.
5. Met wie bij U genade vond
sloot U een eeuwig vast verbond.
Zijn naam staat in uw hand geschreven.
Uw naam is heilig, groot en goed.
Wie U in hemels licht ontmoet
geeft U een blij verrassend leven.
6. Gelukkig wie op U vertrouwt,
de wijsheid heeft haar huis gebouwd,
ontzag voor U zal haar funderen.
Wie inzicht heeft leeft naar uw wet,
hij prijst in woord en in gebed
de grote naam van God, de Here.