1. Dit woord heeft God eens tot mijn Heer gesproken:
“Kom naast Mij zitten aan mijn rechterhand.
Ik plaats de vijand, in zijn macht gebroken,
onder jouw voet, als teken aan de wand”.
2. De Here heeft uit Sion u gegeven
de koningsstaf als teken van de macht.
Zo zult u heersen over dood en leven
door u van God gegeven moed en kracht.
3. Uw volk staat klaar en trekt met u ten strijde,
de jeugd daalt van de bergen af en trekt
heldhaftig op en schaart zich aan uw zijde
als morgendauw die heel het land bedekt.
4. De Here heeft een machtig woord gezworen,
zijn eed gaat niet verloren in de tijd.
Het ambt van priester zal je toebehoren
als Melchisedek, tot in eeuwigheid.
5. De Heer zal met u zijn te allen tijde,
Hij is uw helper aan uw rechterhand.
Hij zal met kracht de koningen bestrijden,
verplettert hen en breekt hun tegenstand.
6. De vijanden zijn allemaal verslagen,
geen tegenstander spant er nog de boog.
Hij zal de kroon van overwinning dragen,
drinkt uit de beek en heft het hoofd omhoog.