1. Ik vind mijn rust, mijn God, in U,
ervaar uw vrede continu.
Ik zing voor U bij harp en luit
mijn diepe levensvreugde uit.
Mijn lofzang klinkt zelfs in de nacht
tot waar de nieuwe morgen wacht.
Ik zal mijn lied voor ieders oren
in heel de wereld laten horen.
2. Uw liefde, Heer, is hemelhoog,
uw trouw reikt tot de wolkenboog.
U, God, die in de hemel troont,
die al wat leeft uw glorie toont,
ik bid voor wie U lief zijn Heer,
zij zitten bij de pakken neer.
U, machtig God, wil hen bevrijden
en maak een einde aan hun lijden.
3. God spreekt vanuit zijn heilig oord
zijn goddelijk en machtig woord.
Hij zet de volken naar zijn hand,
bepaalt de grenzen van elk land.
Hij voert met macht van Noord tot Zuid,
van Oost tot West zijn plannen uit.
Hij schift de goeden van de kwaden
op grond van hun bedreven daden.
4. Wie breekt de trots van Edoms macht?
U bent het, Heer, die door uw kracht
voor ons de strijd bent aangegaan,
U die ons eens niet uit kon staan.
De hulp van mensen, keer op keer,
hoe goed bedoeld, het helpt niet meer.
Alleen U kunt het onheil keren,
over de vijand triomferen.