1. Heer, trouw en recht worden in U gevonden,
zijn onlosmakelijk met U verbonden.
Daarom zing ik een loflied tot uw eer,
mijn God en Heer.

2. Ik overdenk, Heer, uw volmaakte wegen,
want daarin is mijn diepst behoud gelegen.
Heer, toets mij, zet mijn hart voor U in brand,
reik mij uw hand.

3. Ik wil voor U oprecht zijn in mijn leven,
wie onrecht doet wordt uit mijn huis verdreven.
Ik zal vermijden wie in duisternis,
boosaardig is.

4. Ik haat wie mij met slinkse woorden paaien
en sluw de waarheid en het recht verdraaien.
Die in oneerlijkheid hun wegen gaan
kijk ik niet aan.

5. Ik stop de mond van wie hun vriend verraden,
ik gruw van zulke misselijke daden.
Wie trots van hart alleen zichzelf maar ziet
verdraag ik niet.

6. Wie naar een leven met de Heer verlangen
zal ik van harte in mijn huis ontvangen.
Als dienaren mogen zij voor mij staan,
nu en voortaan.

7. Maar hij zal mij niet onder ogen komen
die afstand van de waarheid heeft genomen.
Die altijd weer tegen zijn naaste liegt
en hem bedriegt.

8. Wie hier slechts kwaad over hun lippen krijgen,
breng ik wanneer de dag aanbreekt tot zwijgen.
Voor hen is in de stad van onze Heer
geen toekomst meer.

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie